Stikstofdecreet: een sluitend wetgevend kader ontbreekt en de rechtsonzekerheid blijft

Net zoals bij het vorig advies van de Raad van State over het eerste ontwerp van stikstofdecreet lijkt de meerderheid de erin geformuleerde opmerkingen naast zich neer te leggen. Het ABS neemt akte van de communicatie door de regeringspartijen als zou de landbouw er beter uit komen. We begrijpen niet hoe men als beleidsmaker zo nonchalant en eigenwijs omgaat met een negatief advies. We zijn dan ook blijvend vragende partij om ook dit voorstel van decreet niet goed te keuren en het huiswerk van voor af aan te herdoen. In het advies van de Raad van State van 2 oktober werd bijvoorbeeld zeer duidelijk de schending van het grondwettelijk gelijkheidsprincipe benoemd, met de expliciete verwijzing naar verschillende artikelen in de Grondwet. Die opmerking werd in het nieuw voorstel van decreet niet weggewerkt, bijvoorbeeld door het verschil in aanpak tussen landbouw en industrie te behouden. De deur naar procedures bij het Grondwettelijk Hof werd daarmee wagenwijd opengezet door de indieners van het decreet zelf. Er rest ons bijgevolg weinig keuze: het ABS zal in een procedure stappen bij het Grondwettelijk Hof. We blijven onverminderd zeer kritisch over het gereden parcours en over de manier waarop de meerderheid, tegen beter weten in, nog steeds volhardt in de dwaling of is het eerder dwaasheid?

Het feit dat de Raad van State wijst op het onrechtmatig gebruik van de modelmatige berekende impactscore van een bedrijf op de kwetsbare natuurgebieden in de omgeving als beoordelingscriterium en dat de meerderheid dat naast zich neerlegt wijst eens te meer op de eigengereide kijk op dit dossier. De daarmee gepaard gaande aftoetsing ten opzichte van de Kritische Depositiewaarde (KDW) voor een bepaalde vegetatie blijft een puur computermatige benadering en die methodiek is nog steeds niet gebaseerd op effectieve metingen van emissies op boerderijniveau. Men blijft doorgaan met een verschillende drempelwaarde voor landbouw en industrie, een gegeven waar meer onderbouwing voor gevraagd werd door de Raad van State in het eerste advies van 2 oktober. We begrijpen niet dat men binnen de meerderheid volhardt in deze dwaling, ondanks de expliciete verwijzing door de Raad van State naar verschillende niet gerespecteerde Grondwetsartikelen in dat verband.
Zolang men vasthoudt aan het bewust fout interpreteren van data en de computermatige beoordeling van deposities in plaats van rekening te houden met effectieve metingen van emissies, is er geen wetenschappelijke basis om vergunningsaanvragen te beoordelen.
Iedere Vlaamse landbouwer moet zich ernstig zorgen maken over zijn of haar toekomst: het is duidelijk dat de Vlaamse politici geen boodschap hebben aan goed bestuur, noch oor of oog hebben voor wat gevraagd wordt op het platteland.

Meer info bij:
Hendrik Vandamme, voorzitter op 0476 41 51 58
Mark Wulfrancke, beleidsmedewerker op 0498 91 44 22